#Het Begin

Gepubliceerd op 26 december 2022 om 14:49

Het Begin

16 oktober 2016

Op 16 oktober 2016 veranderde mijn leven drastisch. Het was de dag waarop ik van een normaal slaappatroon en dagelijkse routine overging naar een periode van intense slapeloosheid, chaos, en verlies van controle over mijn eigen gedachten en lichaam. Ik weet het niet meer, want mijn geheugen heeft mij totaal in de steek gelaten. Ik ging van een normaal slaappatroon naar een rollercoaster waarin ik nauwelijks kon slapen, slechts een paar minuten per nacht, en dat twee weken lang. Ook mijn eetlust was verdwenen; ik at misschien één boterham per dag, alles wat je vrij snel naar binnen kon werken, als ik er überhaupt aan dacht. De constante stress putte mijn lichaam volledig uit. Ik viel in een korte tijd af van 60 tot slechts bijna 50 kilo.

Ik leefde gezond en gebruikte geen verdovende middelen, dus ik begreep niet waar het vandaan kwam en waar het dan ook aan kon liggen. Ik trainde regelmatig, at uitgebalanceerde en gezonde maaltijden. Dronk meestal water. Mijn levensstijl leek in alle opzichten goed, wat het des te moeilijker maakte om te begrijpen waarom mijn lichaam en geest het leken te begeven. Ik gaf in deze periode drie keer meer geld uit dan ik bezat. Tot twee keer toe liet ik mijn auto—en zelfs de voordeur van mijn huis—openstaan, iets wat totaal niet bij me paste. Omdat ik op dit moment werkzaam was als beveiliger, een baan waarin precisie en verantwoordelijkheid een hele grote rol spelen.

Hulp zoeken

In mijn wanhoop besloot ik naar mijn moeder te gaan. Ik voelde me angstig, radeloos en volledig de controle kwijt. Mijn moeder merkte meteen dat er iets ernstig mis was. Misschien was het de blik in mijn ogen, wijd open van adrenaline en spanning. Ook een soort “gekte” denk ik. Het voelde alsof mijn lichaam constant in overlevingsmodus stond. Het was een dreigend gevoel, alsof ik mezelf niet meer herkende en aanvoelde.

Ik vertelde mijn moeder trillend dat ik het niet meer wist, dat ik het niet volhield en dat ik de weg kwijt was waarop zij overstuur mijn vader opbelde, die geschrokken maar kalm, zoals altijd, reageerde en direct naar huis kwam. Samen besloten ze dat ik naar de huisarts moest. Ondanks mijn verwarring en wantrouwen naar de buitenwereld, luisterde ik naar mijn vader. Zijn kalmte gaf me houvast. Altijd en ten alle tijden.

De Diagnose

Diezelfde dag, 16 oktober, bracht mijn moeder me naar de huisarts. Na een kort gesprek werd ik doorverwezen naar een psychiater in de stad. Mijn moeder dacht dat ik anorexia had. Ze zag mijn drastische gewichtsverlies. Mijn ogen stonden dof, en mijn energie leek volledig verdwenen. Deze signalen maakten haar bezorgt, en hoewel ze niet precies wist wat er aan de hand was, dacht ze dat het iets met mijn voeding of eetpatroon te maken moest hebben. Ik had geen idee wat ik kon verwachten van een psychiater. De ontkenning begon al, iets wat ook een symtoom bleek te zijn, die later zeker niet op mij van toepassing was en is. Ik dacht toen bij mezelf, “Wie is hier nou gek? Jij of ik?”

Bij de psychiater werd ik overvallen door een intense spanning. Het voelde alsof mijn hart sneller klopte dan ooit tevoren, mijn handen begonnen te zweten en mijn hele lichaam stond strak van de zenuwen. Het was een combinatie van angst voor het onbekende en de gedachte dat mijn leven op het punt stond heel erg te veranderen. Het gebouw had een specifieke ziekenhuisgeur die ik nog steeds kan ruiken als ik eraan denk. Een knalrode vloerbedekking op de trap. Alsof ik regelrecht het “huis van de duivel inliep”. Het leek op iets uit een nachtmerrie. Samen met mijn moeder wachtte ik in de wachtkamer, totdat ik naar boven werd geroepen zonder mijn moeder.

De beste mevrouw een psychiater stelde een reeks vragen: hoeveel ik sliep, hoeveel ik dacht, of ik angstig was, of ik me depressief voelde, hoe ik sliep. Het gesprek duurde niet lang. Tot mijn schok vertelde ze me dat ik manisch en psychotisch was. Mijn wereld stortte in. Twee maanden eerder had ik een boek gelezen waarvan mijn vader mij een e-book stuurde: Toen ik je zag van Isa Hoes. Dat boek beschreef manische episodes en gaf me een vaag idee van wat de diagnose betekende. Nu was het opeens mijn realiteit.

Ik geloofde de psychiater niet. In woede stormde ik naar beneden en riep in de volle wachtkamer tegen mijn moeder: “Mam, we gaan nu weg hier, die vrouw is echt knettergek!” Het is dan de eerste keer dat ik schaamte in mijn moeders ogen zag en ik begrijp haar nu en uiteindelijk zal dit wel weg gaan. En niet vaker voorkomen; dat ik schreeuw alsof ik Gilles de la Tourette heb.

Door mijn manie kon ik me vaak niet bedwingen om mijn stem te verheffen of juist helemaal niet te praten wanneer ik depressief ben. Geen middenweg dus.

Thuis

Thuis barstte ik in tranen uit bij mijn hond. Vanaf dat moment werd hij mijn onofficiële hulphond, mijn steun en toeverlaat. Hij leek aan te voelen wanneer ik me slecht voelde en was er altijd om me troost te bieden. Hij zag en voelde de signalen al minuten van te voren, op de momenten dat ik zelf niet voelde en doorhad. Samen met mijn moeder en vader —die altijd naar me luisterden, me serieus namen en alles voor me deden wat ze konden—vond ik een vorm van stabiliteit. Die er altijd al was, maar die ik toen niet nodig had voorheen. Hun liefde en aandacht hielden me op de been, en daarvoor ben ik nog steeds heel dankbaar. En laten we de medicatie niet vergeten. Iets dat vervelend is, maar hulp biedt.

Toch wist ik dat mijn leven nooit meer hetzelfde zou zijn. Ik zou moeten leren leven met deze aandoening, die chronisch is. Het kostte me tijd om mijn ziektebeeld te begrijpen, en soms snap ik het nog steeds niet helemaal. Maar ik weet dat ik door moet, elke dag, en ik ben vastberaden om te blijven leren en groeien. Ik bakte er misschien de eerste tijd niks van. Maar met volhouden en veel lezen en zelf erover schrijven werd ik wijzer.

Het Proces van Acceptatie

In de weken na mijn diagnose werd mijn leven gevuld met afspraken, onderzoeken en therapieën. Elke week ging ik naar de psychiater en naar een psycholoog. Het was alsof ik op zoek was naar de puzzelstukjes van mijn eigen geest. Hoe meer ik leerde over mijn aandoening, hoe meer ik begon te begrijpen dat mijn gedrag niet zomaar uit de lucht kwam vallen. Het had een oorzaak, een hersenafwijking en dat gaf me rust.

De eerste keer dat ik medicatie voorgeschreven kreeg, was ik sceptisch. Ik wilde geen pillen slikken. Maar na aandringen van mijn ouders en mijn arts besloot ik het toch te proberen. De medicatie bracht me langzaam een klein beetje balans, al was het geen wondermiddel. Het voelde alsof ik stap voor stap een weg aan het vinden was in een dichtbegroeid donker en soms ook te zonnig bos.

De Steun van Mijn Omgeving

Mijn ouders waren mijn rots in de branding. Ze bleven kalm, hoe moeilijk ik het ook maakte. Mijn moeder kookte mijn favoriete maaltijden, zelfs als ik amper at of wilde eten. Mijn vader luisterde geduldig naar mijn warrige gedachten en ideeën en herinnerde me eraan dat ik altijd op hem kon rekenen. En die me keer op keer geruststelde— hij en mijn moeder waren er met een liefde die ik nooit vanzelfsprekend neem.

Mijn hond, mijn ongetrainde hulphond, was er op een manier die woorden niet kunnen beschrijven. Hij leunde tegen me aan als ik huilde, likte mijn gezicht als ik in paniek was, en bleef altijd dicht bij me als ik het gevoel had dat de wereld me overspoelde.

De Weg Vooruit

Langzaam maar zeker begon ik te accepteren dat mijn leven voorgoed veranderd was. Ik leerde dat het geen zwakte is om hulp te vragen. Integendeel, het is een daad van moed. Ik begon te schrijven over mijn ervaringen, niet alleen voor mezelf, maar ook om anderen te helpen begrijpen wat het betekent om te leven met een bipolaire stoornis.

Ik weet dat de weg nog lang is. Er zullen momenten van terugval zijn, maar ook momenten van vooruitgang. Wat ik zeker weet, is dat ik niet alleen ben. Met de steun van mijn familie, mijn vrienden, en mijn trouwe hond, weet ik dat ik deze uitdaging aankan.

Elke dag is een nieuw begin. En met elke stap die ik zet, groei ik dichter naar een leven waarin ik niet alleen overleef, maar ook echt leef.

 

Zoals mijn lieve, allerliefste Vader mij altijd heeft gezegd toen hij nog in leven was:

Morgen kan alles anders zijn Schatje. 

 


Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.